Informatie over de afbeeldingsgrootte

VorigeTerug naar hoofdstukoverzichtVolgende

Op het vlak van filmfotografie verwijst de afbeeldingsgrootte naar het formaat van de afdruk. Bij digitale fotografie is de situatie iets ingewikkelder.  De grootte van een digitale foto heeft betrekking op ten minste drie verschillende aspecten:

Bestandsgrootte: deze grootte wordt gewoonlijk uitgedrukt in megabytes (MB). Deze duiden de hoeveelheid schijfruimte aan die door het afbeeldingsbestand wordt ingenomen.
Pixelgrootte: deze grootte wordt gemeten in pixels of megapixels. Hierbij wordt het aantal afzonderlijke pixels of gekleurde beeldpunten gemeten waaruit de afbeelding is opgebouwd.
Afdrukformaat: deze grootte wordt gemeten in inches, millimeters of andere fysieke maateenheden.  Telkens als er een lengtemaat, zoals inches of centimeters, wordt gebruikt voor het beschrijven van een digitale afbeelding, wordt er naar het afdrukformaat verwezen.

Elke digitale foto van een opgegeven camera begint met exact dezelfde pixelgrootte, zoals 3000 x 2400 pixels of ongeveer 7 megapixels en correspondeert met het aantal fotosites of pixels waarover de sensor van uw camera beschikt.  De bestandsgrootte voor verschillende foto's van dezelfde camera zal echter wisselen.  Deze is gebaseerd op de afbeeldingsinhoud en is afhankelijk van compressiemethoden die worden gebruikt om de bestandgrootte zoveel mogelijk te beperken.  Over het algemeen produceert een camera met een groter aantal megapixels grotere bestanden.

Het afdrukformaat is afhankelijk van twee zaken: De pixelgrootte en het aantal pixels dat moet worden afgedrukt voor een opgegeven fysiek formaat. Dit wordt gewoonlijk aangeduid als DPI (Dots Per Inch) of PPI (Pixels Per Inch).  De afbeelding van 3000 x 2400 pixels uit het bovenstaande voorbeeld, is, wanneer deze wordt afgedrukt met een waarde van 300 DPI, exact 3000 pixels / 300 pixels per inch = 10 inches (10 inch bij 8 inch).  Als alleen de DPI-waarde wordt gewijzigd, is dit niet van invloed op de bestandsgrootte of de pixelgrootte van de foto. Een dergelijke wijziging leidt uitsluitend tot een wijziging van het afdrukformaat.  Wanneer u bijvoorbeeld dezelfde afbeelding instelt op 600 DPI, resulteert dit in een afdruk van 4 inch bij 5 inch.

De DPI-waarde en het afdrukformaat zijn alleen van belang voor het afdrukken van een foto. DPI is irrelevant voor afbeeldingen die op een scherm, in e-mail of anderszins op een computer worden weergegeven, bewerkt of gebruikt.  Alleen de pixelgrootte bepaalt hoeveel informatie of 'kwaliteit' in het afbeeldingsbestand wordt opgeslagen.

Bijsnijden en de grootte wijzigen

Het bijsnijden van een afbeelding wordt gedaan om de opname opnieuw af te stemmen, zodat deze uitsluitend gedeelten van de originele afbeelding bevat of om de hoogte-breedteverhouding (de hoogte ten opzichte van de breedte) van de foto te wijzigen.  Als u over verscheidene afbeeldingen van dezelfde camera beschikt die u met hetzelfde formaat wilt afdrukken, waarbij sommige afbeeldingen zijn bijgesneden en andere niet, moet de DPI-waarde van deze afbeeldingen verschillend zijn.

Als u de grootte wijzigt, maakt u de pixelgrootte groter of kleiner dan die van de oorspronkelijke afbeelding. Stel dat u in het eerder genoemde voorbeeld een gedeelte van de afbeelding hebt bijgesneden vanaf het midden naar de rand, bijvoorbeeld 1500 bij 1200 pixels.  In dat geval zal de uitvoer van deze bijgesneden afbeelding op het oorspronkelijk formaat resulteren in een afbeelding van 1500 bij 1200 pixels, hetgeen dus veel kleiner is dan de originele afbeelding.  U kunt de afbeelding nog steeds afdrukken met een formaat van 10 inch bij 8 inch. De DPI-waarde is in dat geval echter 150 in plaats van 300. Als u in Corel AfterShot Pro een uitvoerbestand wilt maken met dezelfde pixelafmetingen als het originele bestand, moet u de afbeelding vergroten of uitrekken tot 3000 x 2400 pixels.  Hierdoor wordt er geen informatie of kwaliteit aan de foto toegevoegd en de afdruk wordt niet in belangrijke mate verbeterd.

Opmerking: Zie Bijsnijden voor meer informatie over bijsnijden.

Wanneer de DPI-waarde of het afdrukformaat van belang is

Als u afdrukt vanuit Corel AfterShot Pro, worden de DPI-waarde en het afdrukformaat automatisch afgehandeld door het afdrukuitvoersysteem. Als uw afbeeldingen uitsluitend op computerschermen, in e-mail of elektronische formulieren worden weergegeven, zijn de DPI-waarde en het afdrukformaat in het geheel niet van belang.

De DPI-waarde en het afdrukformaat zijn alleen van belang wanneer u afbeeldingen uit Corel AfterShot Pro uitvoert omdat deze door iemand anders worden afgedrukt.


© 2013 Corel Corporation