Uw bibliotheek beheren

VorigeTerug naar hoofdstukoverzichtVolgende

Uw bibliotheek bestaat uit catalogi en de bestanden en versies die elke catalogus bevat. U kunt een of meer bestanden of versies verplaatsen, kopiëren en verwijderen of de namen wijzigen. U kunt ook meerdere catalogi in uw bibliotheek maken en door catalogi te openen of te sluiten bepalen welke catalogi toegankelijk zijn.

Zie Versies voor meer informatie over versies.

Versies verplaatsen en kopiëren

U kunt een versie naar een nieuwe locatie verplaatsen of kopiëren.

Opmerking: wanneer u een versie verplaatst of kopieert, worden het hoofdbestand en alle verwante versies verplaatst of gekopieerd.

Versies verplaatsen of kopiëren

Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u een versie wilt verplaatsen, sleept u een miniatuur vanuit het miniaturenpaneel naar de gewenste map in het bladerpaneel.
Als u een versie wilt kopiëren, houdt u Control of Command ingedrukt terwijl u de miniatuur vanuit het miniaturenpaneel versleept naar de gewenste map in het bladerpaneel.

Namen van versies wijzigen

Met behulp van naamindelingen kunt u de namen van meerdere versies tegelijk wijzigen met een consistente indeling.

rename-dialog

In het dialoogvenster Naam versies wijzigen vindt u de volgende besturingselementen en functies:

Indeling: kies een van de indelingen in de lijst.
Nieuwe naam: hier kunt u een nieuwe naamindeling invoeren. Als u bijvoorbeeld [jobname] of [jobseq] gebruikt in het vak Nieuwe naam, kunt u een Taaknaam invoeren. In het volgnummerveld [jobseq] blijft het laatste nummer bewaard dat eerder is gebruikt bij het wijzigen van deze taaknaam en het nummeren gaat vanaf daar verder.
Volgende [rseq]: als u [rseq] opneemt in het veld Nieuwe naam, wordt die tekst vervangen door een uniek volgnummer dat weer vooraan begint wanneer u de volgende keer namen van versies wijzigt.  Met dit besturingselement kunt u het nummer instellen.
[jobseq] herstellen: De nummering voor de geselecteerde taaknaamvolgorde opnieuw starten.
Namen wijzigen van alle versies die afkomstig zijn van hoofdversies: Schakel dit selectievakje in als u de hoofdversies en alle verwante versies met dezelfde naam opvolgend wilt nummeren (aan elke versie wordt "_v1", "_v2" enzovoorts toegevoegd).  Als u deze optie niet inschakelt, krijgt elke versie een unieke naam.

Zie Naamindelingen voor meer informatie over het gebruik van naamindelingen.

De naam van een of meer versies wijzigen

1.Selecteer de miniaturen van de versies waarvan u de naam wilt wijzigen.
2.Druk op F2 of klik met de rechtermuisknop en selecteer Versie > Naam versie wijzigen
3.Voer in het veld Nieuwe naam tekst in of gebruik een naamindeling, zoals [date]. U kunt ook een bestaande naamindeling selecteren in de vervolgkeuzelijst Indeling.

Wanneer u het veld Nieuwe naam bewerkt, wordt in het Voorbeeld het resultaat van de naamindeling weergegeven.

 

Versies verwijderen

U kunt een hoofdversie (de oorspronkelijke foto of het hoofdbestand) op elk moment verwijderen, maar wanneer u een hoofdversie verwijdert, gebeuren er andere dingen dan wanneer u andere typen versies verwijdert.

Een hoofdversie verwijderen

Wanneer u een hoofdversie verwijdert, worden alle bijbehorende versies ook verwijderd. De oorspronkelijke hoofdbestanden worden naar de Prullenmand van uw computer verplaatst. Lees zorgvuldig de berichten die worden weergegeven om de actie te bevestigen.

Andere versies dan hoofdversies verwijderen

Wanneer u versies verwijdert die geen hoofdversies zijn, heeft dit geen invloed op het oorspronkelijke hoofdbestand. De versieminiatuur en de bijbehorende gegevens worden verwijderd uit het bijbehorende XMP-bestand.

Opmerking: Wanneer Weergave Meerdere beelden is ingeschakeld, wordt alleen de actieve versie verwijderd, niet de gehele selectie.

Een hoofdbestand of -versie verwijderen

Selecteer de miniaturen van de hoofdversies die u wilt verwijderen en ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Verwijderen.
Klik met de rechtermuisknop op een geselecteerde miniatuur en kies Versie > Versie verwijderen.

Als u een hoofdversie hebt geselecteerd, wordt een bericht weergegeven met de waarschuwing dat het oorspronkelijke bestand voor de hoofdversie naar de Prullenmand wordt verplaatst.

Catalogi beheren

U kunt een of meer catalogi maken in uw Bibliotheek. Hoewel u eenvoudig één catalogus kunt gebruiken, kunt u met meerdere catalogi logische groepen maken, zodat u groepen met afbeeldingen kunt doorzoeken, doorbladeren, bewerken en opslaan en back-ups kunt maken zonder de rest van uw bibliotheek te openen.

U kunt op elk moment een nieuwe catalogus maken. U kunt catalogi openen of sluiten. Wanneer u een catalogus sluit, wordt deze niet weergegeven in de Bibliotheek.

Een nieuwe catalogus maken

1.Klik met de rechtermuisknop in de sectie Catalogi van het paneel Bibliotheek en selecteer Catalogus > Nieuwe catalogus of klik op Bestand > Nieuwe catalogus in het menu.
2.Kies in het dialoogvenster Nieuwe catalogusmap maken en kiezen een lege map of maak een map.
3.Klik op Map selecteren.

De nieuwe catalogus wordt weergegeven in de sectie Catalogus.

Een bestaande catalogus openen

Klik met de rechtermuisknop in de sectie Catalogi van het paneel Bibliotheek en selecteer Catalogus > Catalogus openen of kies Bestand > Catalogus openen in het menu.

Een catalogus sluiten

Klik in de sectie Catalogi van het paneel Bibliotheek met de rechtermuisknop op de catalogus die u wilt sluiten en kies Catalogus > Catalogus sluiten.

© 2013 Corel Corporation