Informatie over kleurbeheer

VorigeTerug naar hoofdstukoverzichtVolgende

Wat is kleurbeheer

Kleurbeheer heeft betrekking op de technologie en processen die worden gebruikt voor kleurafstemming tussen meerdere apparaten voor het vastleggen en weergeven van afbeeldingen.  Correct kleurbeheer zorgt ervoor dat kleuren op het scherm en in afdrukken zo getrouw worden weergegeven als de verschillende uitvoertechnologieën toestaan.

Een kleurprofiel is een beschrijving van een specifieke kleurruimte.  Kleurprofielen kunnen worden opgeslagen in afzonderlijke bestanden (gewoonlijk bestanden met de bestandsextensies .icm of .icc) of kunnen worden ingesloten in het afbeeldingsbestand, zoals een JPEG- of TIFF-bestand.

Elk beeldscherm, elke printer of ander apparaat voor afbeeldingsuitvoer heeft unieke kleurweergavekwaliteiten.  Bij printers wisselen deze kwaliteiten met verschillende merken en typen inkt en papier.  Daarnaast meet elke camera licht en kleuren op een unieke manier.  Als u in uw fotografische werkstroom over nauwkeurige kleurprofielen voor afzonderlijke apparaten beschikt, kunt u er zeker van zijn dat u de meest nauwkeurige en algehele fotografische kwaliteit voor uw digitale foto's kunt bewerkstelligen.

Elke afbeelding begint met een invoerprofiel dat naar een werkruimte wordt geconverteerd en wordt vervolgens op basis van een monitorprofiel op het scherm weergegeven.  Wanneer de afbeelding wordt opgeslagen voor uitvoer naar een JPEG- of TIFF-bestand, wordt de afbeelding opgeslagen in een uitvoerprofiel dat gewoonlijk wordt ingesloten in het resultaatbestand.  Wanneer er wordt afgedrukt, converteert Corel AfterShot Pro de afbeelding eventueel naar een printerprofiel, zodat de kleuren op het scherm overeenkomen met de uiteindelijke afdruk.

Invoerprofielen

Invoerprofielen worden gebruikt als het uitgangspunt voor kleurbeheer.  Elke afbeelding in Corel AfterShot Pro heeft een invoerprofiel.  Voor ondersteunde RAW-bestanden wordt een gedetailleerde kleurkalibratie uitgevoerd en er wordt gebruikgemaakt van profielsamenstellingstechnieken om unieke kleurprofielen te produceren voor de verschillende ondersteunde camera's.  Voor TIFF- en JPEG-bestanden maakt Corel AfterShot Pro gebruik van het kleurprofiel dat is ingesloten in het hoofdbestand, indien dit bestaat.  Als er geen profiel wordt gevonden, wordt voor JPEG-bestanden die beginnen met een onderstrepingsteken, aangenomen dat het Adobe RGB-kleurprofiel moet worden gebruikt (aangezien tal van camera's deze bestandsnaamindeling gebruiken voor het schrijven van Adobe RGB JPEG-uitvoer).  Als dat niet het geval is, wordt het invoerprofiel gekozen op basis van de gebruikersvoorkeur voor TIFF- en JPEG-bestanden.

Veel digitale camera's bieden de mogelijkheid om te kiezen tussen sRGB of Adobe RGB. Dit is alleen zinvol in JPEG-bestanden die door de camera zijn geschreven. Deze instelling is niet van invloed op de kwaliteit of kleurnauwkeurigheid in Corel AfterShot Pro.

Monitorprofielen

Monitorprofielen beschrijven de weergavekenmerken van uw beeldscherm.  Deze profielen worden gemaakt met kleurenmeters die het licht meten dat door uw beeldscherm wordt afgegeven, terwijl er een bekend kleurpatroon op het scherm wordt weergegeven.  Corel AfterShot Pro zou automatisch moeten vaststellen welk monitorprofiel uw Windows- of Mac-computer gebruikt, maar wanneer u uw beeldscherm opnieuw kalibreert, is het verstandig om te controleren of Corel AfterShot Pro het nieuwe profiel op de juiste wijze heeft gedetecteerd door de instelling Monitorprofiel in het paneel met de gebruikersvoorkeuren te controleren.

Het ophalen van een monitorprofiel op Linux-computers is minder eenvoudig, maar wel mogelijk.  Corel AfterShot Pro kan niet automatisch bepalen welk monitorprofiel door Linux-computers wordt gebruikt. U moet dit dus handmatig instellen in het paneel met de gebruikersvoorkeuren.

Printerprofielen

Printerprofielen worden in het ideale geval gemaakt door de fotograaf die of het afdruklab dat eigenaar en gebruiker is van de printer.  Dergelijke profielen zijn uniek voor combinaties van printers, papier en inkt.  Veel printerfabrikanten nemen standaardprofielen voor hun printers op voor combinaties met hun papier en inkt.  Papierfabrikanten leveren soms ook printerprofielen voor hun papier.

Er dient, indien mogelijk, gebruik te worden gemaakt van printerprofielen. Deze worden toegevoegd aan afzonderlijke afdrukbatches in het venster Afdrukken.

Softproofing

Softproofing stelt u in staat om op uw beeldscherm weer te geven hoe de afgedrukte afbeelding er uitziet wanneer deze wordt afgedrukt met een opgegeven profiel waarin de afdrukkenmerken van een specifiek afdrukproces zijn beschreven.  Beeldschermen en printers gebruiken voor de weergave van afbeeldingen zeer verschillende technologieën en Softproofing biedt een zo nauwkeurig mogelijke voorbeeldafbeelding als technisch mogelijk is.  Als u Softproofing op de juiste wijze wilt gebruiken, moet Corel AfterShot Pro worden uitgevoerd op een gekalibreerd beeldscherm waarbij het juiste monitorprofiel in Corel AfterShot Pro is geladen en moet u een kleurprofiel selecteren dat is gemaakt voor uw combinatie van de printer, het papier en de inkt.


© 2012 Corel Corporation