Afdruktaken en pagina-einden beheren
Wanneer een afdrukopmaak meerdere afbeeldingen per pagina bevat, zoals een contactblad, is het belangrijk dat u weet wanneer het afdrukken begint en hoe u de pagina-einden bepaalt. Deze bewerkingen regelt u met het selectievakje Ononderbroken afdrukken in het paneel Afdrukinstellingen.
Ononderbroken afdrukken is ingeschakeld
Wanneer Ononderbroken afdrukken is ingeschakeld, start de verwerking van een afdruktaak in Corel AfterShot Pro zodra er voldoende afbeeldingen aan een afdrukbatch zijn toegevoegd om een enkele pagina te vullen. Wanneer er afbeeldingen aan de batch worden toegevoegd, worden meer pagina's verwerkt en naar de printer verzonden. Als de paginaopmaak slechts één afbeelding bevat, wordt een set afbeeldingen die naar een ononderbroken afdrukbatch wordt verzonden onmiddellijk verwerkt en worden de pagina's naar de printer verzonden. Als de afdrukopmaak meerdere afbeeldingen bevat op een enkele pagina, wordt de laatste pagina mogelijk niet automatisch naar de printer verzonden, omdat Corel AfterShot Pro wacht tot de pagina is gevuld. Om een gedeeltelijke pagina af te drukken in een ononderbroken afdrukbatch moet u het venster Afdrukinstellingen openen en daarin rechtsonder op Afdrukken klikken.
In deze modus is het belangrijk dat u de printer, pagina-instellingen, aanvullende afbeeldingsinstellingen, DPI en opmaak correct configureert voordat u afbeeldingen naar de batch verzendt. Bij onjuiste instellingen kunt u inkt en papier verspillen.
In deze modus kunt een ononderbroken stroom afbeeldingen verwerken zodra ze aan de afdrukbatch worden toegevoegd. Dit is heel handig bij afdrukken voor evenementen en andere situaties waarin u veel moet afdrukken.
Ononderbroken afdrukken is uitgeschakeld
Als ononderbroken afdrukken is uitgeschakeld, worden alle afbeeldingen die u naar de batch verzendt in een wachtrij geplaatst en start het afdrukken pas als u het venster Afdrukinstellingen opent en daarin rechtsonder op Afdrukken klikt. Zo kunt u op uw gemak alle afbeeldingen kiezen die u wilt afdrukken, de af te drukken pagina's controleren en afbeeldingen verwijderen of toevoegen totdat u tevreden bent met de selectie en de afdrukopmaak. Wanneer u de afbeeldingen naar de printer wilt verzenden, klikt u op Afdrukken rechtsonder in het venster Afdrukinstellingen. Er wordt een dialoogvenster geopend met specifieke afdrukinstellingen voor de printer die u hebt geselecteerd. Hier stelt u opties in zoals papiertype en afdrukkwaliteit en opties voor kleurbeheer.
Wanneer u op Afdrukken klikt en vervolgens de instellingen in het venster voor het printerstuurprogramma accepteert, worden alle afbeeldingen die op dat moment in het venster Afdrukinstellingen worden weergegeven verwerkt en afgedrukt, inclusief gedeeltelijke pagina's. Als u extra pagina's aan die afdrukbatch toevoegt, tijdens het afdrukken of daarna, worden die nieuwe afbeeldingen niet automatisch afgedrukt, maar blijven ze in de wachtrij staan tot u opnieuw op Afdrukken klikt.
In deze modus kunt u batches met afbeeldingen samen verwerken en wordt een pagina-einde toegevoegd aan het einde van elke batch voor een opmaak met meerdere afbeeldingen per pagina.
Versies naar een afdrukbatch verzenden
2. | Klik op de tab Uitvoer en voer een van de volgende bewerkingen uit: |
• | Sleep de miniaturen naar een batchnaam in de sectie Afdrukken. |
• | Dubbelklik op een batchnaam in de sectie Afdrukken, stel in het venster Afdrukinstellingen de gewenste opties in en sleep de geselecteerde miniaturen naar het venster. |
• | Als er een sneltoets is toegewezen aan de batch die u wilt gebruiken (ingestelde sneltoetsen worden links van de batchnaam weergegeven), drukt u op de sneltoets. |
Een map met afbeeldingen afdrukken
U kunt ook alle afbeeldingen afdrukken uit een map die u selecteert in het bladerpaneel (vanuit het Bestandssysteem of de Bibliotheek).
Een map met afbeeldingen naar een afdrukbatch verzenden
1. | Klik in het bladerpaneel met de rechtermuisknop op de map voor de batch. |
2. | Selecteer Verzenden om af te drukken in het contextmenu en selecteer de naam van de batch die u wilt gebruiken. |
© 2012 Corel Corporation