Corel AfterShot Pro is een niet-destructieve afbeeldingseditor. Dit betekent dat aanpassingen van uw afbeeldingen in Corel AfterShot Pro nooit leiden tot verandering van de gegevens in de oorspronkelijke afbeelding. U kunt dus naar hartenlust experimenteren in de wetenschap dat u de oorspronkelijke afbeelding altijd kunt herstellen. In het geval van een niet-destructieve afbeeldingseditor worden uw aanpassingen opgeslagen in een bijbehorend XMP-bestand binnen de Corel AfterShot Pro-catalogus of -database of in zowel de catalogus als de database. Dit betekent dat wanneer u op het punt staat om uw werk te exporteren, u de gewenste versies moet uitvoeren naar een standaardbestandsindeling.
Wanneer u in Corel AfterShot Pro een foto bewerkt, wordt er een nieuwe versie gemaakt die uw aanpassingen bevat. Corel AfterShot Pro staat meerdere sets afbeeldingsaanpassingen voor één enkele foto toe, zodat u op een doeltreffende wijze tal van versies van één enkele foto kunt maken. Wanneer u een nieuwe versie maakt, wordt er geen kopie van het oorspronkelijke hoofdbestand gemaakt. In plaats daarvan worden de afbeeldingsaanpassingen en metagegevens toegepast op datzelfde hoofdbestand.
Fotowerkstroom: 1. Het overbrengen van foto's van uw camera naar uw computer, 2. Het importeren van de foto's in Corel AfterShot Pro, 3. Het bewerken van de foto's, het maken van een of meer versies, 4. Het uitvoeren van een versie naar een JPEG- of TIFF-bestand.
Corel AfterShot Pro slaat instellingen op in een XMP-bestand dat iets afwijkt van andere populaire afbeeldingseditors en toepassingen voor fotobeheer. Dit is gedaan om te voorkomen dat Corel AfterShot Pro instellingen die door andere toepassingen zijn gemaakt, overschrijft en om beperkingen van de huidige XMP-standaard te omzeilen (zoals de mogelijkheid om de metagegevens slechts uit één versie tegelijk te exporteren of de onmogelijkheid tot het opslaan van verschillende instellingen voor een RAW-bestand en een JPEG-bestand die met een camera zijn gemaakt als een RAW/JPEG-paar).
Corel AfterShot Pro gebruikt een soortgelijke, maar net iets andere bestandsnaam voor het opslaan van deze uitgebreide XMP-gegevens. De XMP-bestandsnaam wordt gemaakt door .xmp toe te voegen achter de volledige naam van het afbeeldingsbestand dat met het bestand wordt beschreven (terwijl veel ander toepassingen de XMP-bestandsnaam maken door de afbeeldingsbestandsextensie (zoals jpg, nef of cr2) te verwijderen en xmp toe te voegen). De naam van een XMP-bestand van Corel AfterShot Pro is bijvoorbeeld img_0000.jpg.xmp terwijl de naam van het XMP-bestand van andere toepassingen voor dezelfde afbeelding img_0000.xmp is.
In Corel AfterShot Pro kunt u een 'standaard' XMP-bestand maken dat andere toepassingen kunnen lezen, maar de instellingen in die andere toepassingen worden daardoor beperkt tot de instellingen die officieel door de XMP-standaard worden ondersteund (één set metagegevens per afbeeldingsbestand).
Andere toepassingen slaan afbeeldingsaanpassingen op in bijbehorende XMP-bestanden, en metagegevens die in andere toepassingen zijn toegevoegd, kunnen in Corel AfterShot Pro worden geïmporteerd. Het betreft onder meer:
• | Sterwaarderingen |
• | Kleurlabels |
• | Markeringen (in andere toepassingen aangeduid als 'picks' of 'geselecteerde afbeeldingen') |
• | Trefwoorden en categorieën |
• | IPTC- en EXIF-gegevens |
Als deze instellingen op afbeeldingen in Corel AfterShot Pro worden toegepast, worden deze gegevens in het XMP-bestand voor de desbetreffende afbeeldingen geschreven. Veel toepassingen stellen u in staat om instellingen uit XMP-bestanden te synchroniseren met de instellingen die nodig zijn voor hun interne database. Als dit synchronisatieproces eenmaal is voltooid, worden aanpassingen die zijn uitgevoerd in Corel AfterShot Pro ook in deze toepassingen weergegeven.
Zie Ordenen, trefwoorden en metagegevens voor meer informatie.
XMP-gegevens die uitsluitend in Corel AfterShot Pro worden gebruikt
Instellingen van gereedschappen voor afbeeldingsbewerking in Corel AfterShot Pro en andere toepassingen worden eveneens in XMP-bestanden opgeslagen. Deze instellingen worden echter niet gedeeld tussen toepassingen van verschillende fabrikanten. Dit vloeit voort uit de technische verschillen op het gebied van de implementatie van verschillende gereedschappen voor afbeeldingsaanpassing. Deze verschillen in de wijze waarop de verschillende gereedschappen worden geïmplementeerd, voorzien afzonderlijke toepassingen van eigen afbeeldingskwaliteitskenmerken en staan niet toe dat instellingen voor afbeeldingsaanpassingen tussen toepassingen worden gedeeld.
Wanneer u Corel AfterShot Pro gebruikt, leidt dat op geen enkele wijze tot een beperking op het gebied van wat u met uw afbeeldingen kunt doen of op het gebied van welke toepassingen u kunt gebruiken voor het bewerken of beheren van uw digitale fotobestanden.
Hoe metagegevens worden verwerkt wanneer u bestanden importeert
Corel AfterShot Pro leest en verzamelt metagegevens die zijn ingesloten in afbeeldingsbestanden, in Corel AfterShot Pro XMP-bestanden en in standaard XMP-bestanden. Het proces en de volgorde van het verzamelen van metagegevens uit verschillende bronnen, wordt hierna weergegeven.
1. | Als er een Corel AfterShot Pro XMP-bestand aanwezig is, worden metagegevens uit dit bestand gelezen en worden er geen andere metagegevens geïmporteerd. |
2. | Als er geen Corel AfterShot Pro XMP-bestand wordt gevonden, worden metagegevens uit standaard XMP-bestanden gelezen. |
3. | Als XMP-inhoud is ingesloten in het afbeeldingsbestand, wordt deze daarna gelezen en toegevoegd aan eventueel eerder gevonden metagegevens, maar algemene velden die in andere bronnen worden gevonden, worden genegeerd. |
© 2012 Corel Corporation