Afdrukinstellingen

VorigeTerug naar hoofdstukoverzichtVolgende

Corel AfterShot Pro beschikt over diverse vooraf gedefinieerde afdrukbatches met verschillende opmaakopties.  U kunt deze batches bewerken en aanpassen zoals u wilt en ook zelf afdrukbatches maken.

Algemene afdrukinstellingen

Afdrukbatches in Corel AfterShot Pro hebben een aantal gemeenschappelijke besturingselementen, zoals hieronder wordt weergegeven.

print_settings_contact_sheet

Ononderbroken afdrukken: als dit selectievakje is ingeschakeld, wordt elke pagina naar de printer verzonden zodra er voldoende afbeeldingen aan de batch zijn toegevoegd om ten minste één pagina te vullen.  Dit is alleen mogelijk in Corel AfterShot Pro.
Pagina-instellingen: klik op deze knop om het papierformaat, de opmaak en de marges te kiezen:
Printer selecteren: selecteer de printer voor deze afdrukbatch.
DPI uitvoeren: opgeven welke DPI-waarde wordt gebruikt bij het verzenden van afbeeldingen naar de printer.  Met de instelling 300 produceert u afbeeldingen van hoge kwaliteit, maar bij sommige printers kunt u zelfs 600 DPI instellen. Bij een hogere DPI-waarde duurt het afdrukken langer, bij een lagere DPI-waarde gaat het afdrukken sneller en zijn de bestanden kleiner (als u naar een PDF-bestand afdrukt).
Afdrukken naar bestand: schakel deze optie in om niet naar de printer maar naar een PDF-bestand af te drukken.  Gebruik het vak "..." om een bestandsnaam op te geven.

© 2012 Corel Corporation