Selectief bewerken

VorigeTerug naar hoofdstukoverzichtVolgende

Selectief bewerken betekent dat u aanpassingen of bewerkingen beperkt tot een bepaald gebied van een foto. U kunt bijvoorbeeld een bepaald gebied in een foto selecteren en lichter maken of een gebied selecteren dat u wilt bewerken met Repareren of Klonen. Zie Retoucheren met Repareren en Klonen voor meer informatie over Repareren en Klonen.

Selectief bewerken bestaat uit drie stappen:

1.Een laag selecteren. Zie Een aanpassingslaag maken
2.Een of meer te bewerken gebieden selecteren door regio's te maken. Zie Een regio maken
3.Aanpassingen toepassen. Zie Een laag aanpassen

Hieronder vindt u meer informatie over lagen, regio's en aanpassingen die u kunt gebruiken bij selectief bewerken.

Lagen

Lagen zijn verzamelingen van regio's en aanpassingen. Een laag kan een of meer regio's en een of meer aanpassingen bevatten.  Op alle regio's in een enkele laag worden dezelfde aanpassingen toegepast. Als u bijvoorbeeld meerdere gezichten in een foto helderder wilt maken, kunt u een cirkelvormige regio maken over elk gezicht en vervolgens de instelling Invullicht voor de laag aanpassen, zodat de schaduwen voor alle geselecteerde gezichten tegelijk helderder worden. U kunt ook andere aanpassingen op de laag toepassen, maar als u niet alle aanpassingen wilt toepassen op alle geselecteerde regio's of als u een nieuwe regio wilt aanpassen, moet u een nieuwe laag maken en daarin een of meer regio's selecteren die u wilt aanpassen.

layers-popup

Het bovenste gebied van het palet Lagen bevat de belangrijkste opdrachten voor het maken en beheren van lagen, inclusief de regiogereedschappen. U kunt lagen toevoegen, verwijderen, dupliceren en omkeren en namen van lagen wijzigen. U kunt lagen ook kopiëren en plakken. De geselecteerde gebieden en laaginstellingen worden dan gekopieerd.

In de lijst Naam in het palet Lagen worden alle lagen weergegeven die zijn gekoppeld aan de huidige versie van de foto. U kunt een laag kiezen als u de geselecteerde regio's wilt weergeven in het voorbeeldpaneel. U kunt ook kiezen welke lagen en regio's worden weergegeven of verborgen.

Het onderste gebied van het palet Lagen is contextafhankelijk. Hier worden de instellingen weergegeven waarmee u het actieve gereedschap kunt besturen en aanpassen.

Regio's

Regio's zijn geselecteerde gebieden van een foto die u maakt met een van de regiogereedschappen:

Gereedschap Cirkelregio circle_region: hiermee maakt u een cirkelvormige regio.
Gereedschap Veelhoekregio polygon_region: hiermee maakt u een veelhoekige regio (driehoek, vierkant, rechthoek...). U bepaalt de ingesloten vorm door in de afbeelding te klikken. De punten waarop u klikt worden door rechte lijnen met elkaar verbonden.
Gereedschap Curveregio curve_region: hiermee maakt u een onregelmatige, gebogen vorm. U bepaalt de ingesloten vorm door in de afbeelding te klikken. De punten waarop u klikt worden door gebogen lijnen met elkaar verbonden.
Gereedschap Penseelregio brush_region: hiermee maakt u een vorm uit de vrije hand. Met penseelstreken bepaalt u de geselecteerde regio. U kunt de gehele regio maken met een penseel of met een penseel een regio toevoegen. U kunt bijvoorbeeld met het veelhoekregiogereedschap een groot gebied op de achtergrond selecteren en vervolgens met het penseelregiogereedschap kleine penseelstreken om de randen van de achtergrond toevoegen om te zorgen dat u alles bedekt hebt.

Regio's hebben twee gebieden: het hoofdgebied en het doezelgebied. Het hoofdgebied is het deel van een gebied binnen de vaste lijnen en hier wordt het volledige effect van de bewerking toegepast. Langs de rand van het hoofdgebied bevindt zich het doezelgebied. Dit is het overgangsgebied waar het geselecteerde gebied overvloeit in de achtergrond: van 100% bij de binnenrand tot 0% aan de buitenrand van de streepjeslijn.

Voor een vloeiende, zachte overgang tussen en regio en de rest van de afbeelding gebruikt u een grote penseelstreek. Voor scherpe, duidelijke regio's die alleen effect hebben op het geselecteerde gebied in de regio gebruikt u een heel kleine penseelstreek.

region_curved_main_feather

Het hoofdgedeelte van de regio wordt omsloten door een vaste zwarte lijn. Het doezelgebied wordt omsloten door een witte streepjeslijn.

U kunt een regio ook omkeren, zodat de bewerkingen die worden toegepast op de laag die een regio bevat, worden toegepast op het deel van de afbeelding dat buiten het geselecteerde gebied ligt.

Regio's aanpassen

Nadat u een laag hebt gemaakt met een of meer regio's die u wilt bewerken, kunt u aanpassingen toepassen met besturingselementen in het gereedschappenvenster.

Sommige aanpassingen en bewerkingsgereedschappen werken op de gehele afbeelding en kunnen niet op een laag worden toegepast.  De volgende aanpassingen en gereedschappen hebben effect op de gehele afbeelding:

Afbeelding roteren
Rechttrekken
Lensvervorming corrigeren
Kleurbeheer
Automatische niveaus
Alle instellingen voor metagegevens (trefwoorden, waarderingen, labels, IPTC-gegevens enzovoorts)

Een aanpassingslaag maken

1.Klik rechtsboven in het toepassingsvenster op de knop Laagbeheer openen open_layer_manager.
2.Klik in het palet Lagen op de knop Laag toevoegen add_layer.

Er verschijnt een nieuwe laag in de lijst Naam onder Hoofdlaag.

Dekking van een laag instellen

Klik in het palet Lagen op een laagnaam en pas de schuifregelaar Dekking onder in het palet aan.

De naam van een laag wijzigen

Dubbelklik in het palet Lagen op een laagnaam in de lijst Naam en typ een naam.

Tip: u kunt een laag vernoemen naar het type aanpassing dat u wilt maken. Zo kunt u later, als u dezelfde aanpassing op een andere regio wilt toepassen, eenvoudig de bestaande laag kiezen en een regio toevoegen.

Een laag dupliceren

Klik in het palet Lagen op de laag die u wilt dupliceren en klik op de knop Dupliceren duplicate.

Een laag of regio verbergen of weergeven

Klik in het palet Lagen in het vak links van de naam van een laag of regio in de lijst Naam.

Er verschijnt een vinkje in het vak als de laag of regio zichtbaar is. Het vak is leeg als de laag of regio verborgen is.

Een laag of regio verwijderen

1.Klik in het palet Lagen op de naam van de laag of regio die u wilt verwijderen.
2.Klik op de knop Verwijderen delete_layer boven in het palet Lagen.

Een regio maken

1.Maak of selecteer in het palet Lagen een laag waaraan u een regio wilt toevoegen.
2.Klik op een van de volgende regiogereedschappen en volg de instructies.

Gereedschap

Instructies

Cirkelregio circle_region

Klik in het voorbeeldpaneel op de afbeelding om de positie van de cirkel in te stellen. Pas onder in het palet Lagen de schuifregelaar Grootte en de instellingen bij Doezelen aan.

Veelhoekregio polygon_region

Klik in het voorbeeldpaneel op de afbeelding om elk punt van de vorm in te stellen (de punten worden door rechte lijnen met elkaar verbonden). Dubbelklik om de veelhoek te voltooien. Pas onder in het palet Lagen de instellingen bij Doezelen aan.

Curveregio curve_region

Klik in het voorbeeldpaneel op de afbeelding om elk punt van de vorm in te stellen (de punten worden door gebogen lijnen met elkaar verbonden). Dubbelklik om de vorm te voltooien. Pas onder in het palet Lagen de instellingen bij Doezelen aan.

Penseelregio brush_region

Schakel in het palet Lagen het selectievakje Streken weergeven in. Pas de Grootte en Intensiteit aan voor het penseel en sleep in het voorbeeldpaneel om penseelstreken toe te passen. Wanneer u klaar bent, kunt u het selectievakje Streken weergeven uitschakelen. Om uw streken te verfijnen, kunt u schakelen tussen de Wisser erase_brush en het Normale penseel normal_brush. Als u de kleur van de penseelstreken wilt wijzigen, klikt u op de kleurbron en selecteert u een kleur.

Een laag omkeren

Klik in het palet Lagen op een laagnaam in de lijst Naam en klik op de knop Omkeren invert_layer.

De omtrekken van het hoofdgebied van de regio's veranderen van zwart in wit als u de laag omkeert.

Een laag aanpassen

Klik in het palet Lagen op een laagnaam in de lijst Naam en pas in het gereedschappenvenster de gewenste instellingen aan.

Zie Regio's aanpassen voor informatie over de aanpassingen die u kunt toepassen.

Regio's bewerken

Regio's bewerken is net zo eenvoudig als regio's maken. U kunt een regio bewerken door punten van veelhoeken of gebogen vormen toe te voegen, te verwijderen of te verplaatsen. U kunt een regio ook verplaatsen of de grootte of doezeling van een regio aanpassen.

Een punt aan een veelhoek of een curveregio toevoegen

1.Klik in het palet Lagen op de naam van een regio in de lijst Naam.
2.Houd de toets SHIFT ingedrukt en plaats in het voorbeeldpaneel de aanwijzer op de plaats op de omtrek van de regio waar u een punt wilt toevoegen.
3.Wanneer er een rode cirkel verschijnt op de juiste positie, klikt u om een punt toe te voegen.

Een punt uit een veelhoek of een curveregio verwijderen

1.Klik in het palet Lagen op de naam van een regio in de lijst Naam.
2.Houd de toets ALT ingedrukt (of ALT+SHIFT op sommige Linux-systemen) en plaats in het voorbeeldpaneel de aanwijzer op het punt dat u wilt verwijderen.
3.Wanneer er een rode cirkel om het punt verschijnt, klikt u om het punt te verwijderen.

Een punt van een veelhoek of een curveregio verplaatsen

1.Klik in het palet Lagen op de naam van een regio in de lijst Naam.
2.Plaats in het voorbeeldpaneel de aanwijzer op het punt dat u wilt verplaatsen.
3.Wanneer er een rode cirkel om het punt verschijnt, sleept u het punt naar een nieuwe locatie.

Een regio verplaatsen

1.Klik in het palet Lagen op de naam van een regio in de lijst Naam.
2.Plaats in het voorbeeldpaneel de aanwijzer op de regio.
3.Sleep de regio naar een nieuwe locatie.

De grootte van een regio wijzigen

Plaats in het voorbeeldpaneel de aanwijzer op een regio en rol het muiswieltje om de regio groter of kleiner te maken.

Lagen mengen

Door te mengen kunt u secties van een regio "uitsnijden" door nieuwe regio's te maken onder de oorspronkelijke regio en Mengen in te stellen op Subtractief.  Op die manier worden de lagere regio's afgetrokken van alle gebieden waar ze hogere gebieden overlappen.  Een subtractief regio die geen additieve regio's erboven overlapt, heeft geen effect. U kunt de volgorde van lagen controleren in de lijst Naam in het palet Lagen.

Lagen mengen door middel van een subtractieve laag

1.Klik in het palet Lagen op de naam van de laag die u wilt wijzigen in Subtractief of maak een nieuwe laag.
2.Kies een regiogereedschap en kies in de vervolgkeuzelijst Mengen de optie Subtractief.
3.Maak een regio die lagere regio's beschermt tegen de additieve lagen erboven.

© 2012 Corel Corporation